Eigenlijk begon het al op 1 maart jl. Twee vaste spelers van Westergoo I gaven te kennen dat ze op 10 maart niet mee konden naar de uitwedstrijd in Lemmer. Gerrit Stornebrink en Sibbele Bonthuis hadden verplichtingen elders. Hessel van der Pal gaf desgevraagd aan wel te kunnen spelen en zelf zag ik ook geen beletselen.
Nog dezelfde avond polste ik Teake Bergsma en Fokke de Boer. Willen jullie een keer voor het eerste uitkomen? Beide mannen maakten kenbaar er vanaf te zien. Taeke wil dit jaar niet extern en Fokke gaf aan verhinderd te zijn op donderdagavond. Ik mailde, ik meen al op 2 maart, naar Eeltje Boomsma. ‘Weet jij wie ik mag opstellen in het eerste?’ Eel wist het, Eel weet nu eenmaal alles. Vraag Gerrit van Oostrum suggereerde hij en geef Thys een kans om ervaring op te doen. Assertief als hij is zond hij mijn mail direct door naar Gerrit en Thys. Gerrit reageerde vrijwel onmiddellijk. Ook hij bleek verhinderd te zijn. Het antwoord van Thys liet wat langer op zich wachten maar gelukkig toonde hij zich positief. Het leek hem wel leuk om een keertje in het eerste mee te doen tegen Lemmer.
Welaan, dat waren er dan drie, nu nog een vierde man zien te vinden. Eel wist weer raad. Hij beveelde Jesse aan. Twee jonge knapen achter het bord in een uitwedstrijd. Was er een mooiere gelegenheid denkbaar om ervaring op te doen? Het leek mij het experiment waard en ik maakte dinsdag 8 maart met Jesse de afspraak dat hij mij woensdag zou laten weten of hij wel of niet mee kon / mocht. Kennelijk was de afspraak niet duidelijk genoeg gemaakt want Jesse zweeg over de telefoon, de whats app en de mail. Ten einderaad raadpleegde ik weer ‘Witmarsum’. “Ga lekker met z’n drieën”, luidde nu het advies. “Als ik fit was geweest was ik zelf meegegaan, maar ik ben niet honderd procent.” Aldus Eel per mail. Donderdagochtend waagde ik nog een poging richting Parrega. “Ben je in de gelegenheid om vanavond mee te spelen tegen Lemmer?”, zo vroeg ik via de digitale snelweg Garmen. Ook die boodschap kwam niet over. Garmen leest zelden zijn privé mail. Omstreeks het middaguur besloot ik mijn pogingen te staken. Dan inderdaad maar met drie man op naar Lemmer.
Zo gezegd zo gedaan. Hessel reed rechtstreeks naar de boorden van de voormalige Zuiderzee en ik pikte eerst Thys op in Bolsward en spoedde mij toen naar de borden in Lemmer. Voor half acht waren wij ter plaatse. De goedmoedige Van Elshout was nog bezig alles klaar te zetten. Ik verlichtte zijn taak door hem in kennis te stellen van het feit dat wij maar met drie man zouden spelen. Dat scheelde een bord. Iets na kwart voor acht gaf de voorzitter van Lemmer het startsein.
Ik speelde tegen Van Deursen een heerlijke pot. In bijgaande stelling speelde ik 11. Pf6 in de heilige veronderstelling dat het uit was. Zwart moest het paard wel met de g pion nemen anders zou het mat zijn op h7. En na gxf6 en gxf6 zou ik mijn dame naar h6 manoeuvreren en was het mat op g7 onafwendbaar, zo meende ik. Tevreden leunde ik achterover. Een partijtje uit een stúk, zo klopte ik mijzelve al op het schouder. Echter, er voltrok zich een ander scenario. Zwart nam met zijn pion mijn paard. Ik sloeg terug met de pion en vervolgens toverde zwart de zet Kh8 op het bord. Daar had ik geen rekening mee gehouden. Na Dh6 zou Tg8 volgen en kon ik het mat dus wel op mijn buik schrijven. Dat gevoegd bij het feit dat ik een paard had geofferd, deed mij beseffen dat ik plots verloren stond. Er volgde: Lxe6 fxe6; d3 Pf4; Lxf4 exf4; Txf4 Txf6: Taf1 Txf4 enTxf4. Met een

lemmer 1

stúk minder stond ik op het punt mijn tegenstander te verwittigen van mijn overgave. Ik hield mij in, in afwachting van zijn volgende zet. Zulks temeer daar ik zag dat De7 wegens Tf7 fataal voor hem zou zijn. En zowaar hij deed het, hij speelde De7. Vrijwel ogenblikkelijk speelde ik Tf7 en murmelde toch wel enigszins brutaal: ‘gerechtigheid’ . Van Deursen deed wat hij moest doen. Hij gaf op. speel na in Lichess
Ondertussen ontspon zich ook op de beide andere borden een strijd van jewelste. Thys- zijn debuút makend in het eerste van Westergoo {en mark my words: hij gaat een vaste stek in het team veroveren} speelde een partij met wisselende kansen. Het betreft hier niet een menselijk waarneming maar een analyse uitgesproken door een van de ‘engines’ die direct na afloop van de partij op de mobiele telefoon van Thys werd geraadpleegd. “Het apparaat geeft aan dat ik behoorlijk wat kansen heb laten liggen” stelde Thys tijdens de terugreis. “Volgende keer beter”, voegde hij er aan toe. Een opmerking waaruit de lezer op kan maken dat Thys verloor. Aan het eind van de partij belandde zijn dame in een dodelijke penning, maar op dat moment stond hij ook al twee pionnen achter.
Hessel van de Pal moest vervolgens winnen om toch nog een gelijkspel te bewerkstelligen. En Hessel lapte het hem zowaar. Tegenstander D. de Jong (voorheen Balk, thans St Nicolaasga) ging met een pion voorsprong volop en onverdroten in de aanval. Daarbij vergat hij dat ene vermaledijde vijandelijke pionnetje op b6. Hessel voerde een vernuftige loperexercitie uit waarmee hij de gang naar promotie vrijmaakte. De Jong gaf nog wel een hele reeks schaakjes maar moest tenslotte constateren dat er geen houden meer aan was.
Daarmee was de 2-2 een feit. Voor een gehavend team met een man minder geen gekke prestatie.
Omdat Lemmer niet meer in hotel restaurant De Wildeman schaakt, moesten we het na afloop stellen zonder de vermaarde gehakbal. Het halve wedstrijdpuntje kon dat gemis slechts gedeeltelijk compenseren. Maar al met al een genoeglijk avondje schaak.

HJD