De vorige keer schreef ik dat ik het boek ‘Het offer in het schaakspel’ wellicht stal of langdurig in bruikleen heb genomen. De goede Murk Viersma ontsloeg mij per mail gelukkig van rechtsvervolging. Hij herinnerde eraan dat Maurits Ypma – wiens naam voor in het genoemde boek staat geschreven- op een zeker moment het plan had opgevat helemaal met schaken te stoppen en bij die gelegenheid zijn collectie boeken aan Westergoo cadeau deed. De club organiseerde vervolgens een veiling en aannemelijk is dat ik bij die gelegenheid de rechtmatige eigendom van het boek verwierf. Gelukkig maar. Geen diefstal dus of langdurig bruikleen van de erven Ypma in dit geval want Maurits is helaas niet meer onder ons.
Ik meldde al dat het boekje mij het nodige genot verschafte. Niet zozeer vanwege de theoretische beschouwingen die de schrijver besteedt aan het verschijnsel ‘offer’, maar vanwege de voorbeelden die hij geeft. Met de bijgaande stellingen laat ik u hopelijk nog even meegenieten.

lasker

Deze stelling is afkomstig uit een simultaanpartij van Lasker. De Duitse grootmeester die decennialang de sterkste speler ter wereld was heeft natuurlijk al zijn troeven gezet op de promotie van de h-pion en heeft daartoe het nodige materiaal geofferd. Net nu hij denkt te kunnen oogsten verzint zijn tegenstander een list. OPLOSSING: Tc4+ Waar de witte koning ook naar toe gaat, er volgt Th4! Als de koning na zijn laatste zet de toren kan slaan volgt natuurlijk het schaak door middel van g5! Waarna de zwarte koning de pion-promotie (tegenwoordig zouden managers vermoedelijk spreken van pion-transitie) verhindert door op het veld g7 post te vatten waarna de zwarte zege in het verschiet ligt.

De tweede stelling is afkomstig uit een volgend boekje dat ik uit de kast trok en wel “80 eindspelstudies” samengesteld door C.F. de Feijter. Het werd in 1938 uitgegeven door G.B. van Goor zonen’s uitgeversmij te ’s-Gravenhage, een bedrijf dat veel schaakboeken het licht deed zien, vaak met mooie omslagen en een uitstekende typografie. Het boekje is tegenwoordig gewoon integraal op het internet te raadplegen via de site van Delpher.
De studie werd op Hervormingsdag 1932 voor het eerst gepubliceerd in de Sallandse Sportbode. Wit is aan zet en weet remise te bereiken.

 

Feijter

Oplossing: 1. Kg5 Ke6 2. Kf4 Kd5 3. Ke3 Kc4 en nu, zo schrijft de Feijter, wordt de reis van de koningen even doorbroken en wel met 4. a4! En omdat na 4. bxa4 de zwarte pion transformeert tot randpion houdt wit remise. Met 5. Kd2 stapt hij in het ‘vierkantje’. 5. … Kb3 6. Kc1 Ka2 7. Kc2 enzovoort. Een stelling die ook bij een gewone pot schaak best eens op het bord zou kunnen komen nietwaar? HJD