Scan 20210304 2

In de dertiger jaren van de vorige eeuw verschenen er relatief veel schaakboeken, maar bovenal veel schaakboekjes. Dunne werkjes met een slap kaftje, maar verder wel keurig. Dat zal alles te maken hebben met de economische crisis die toen heerste. De mensen waren arm, hadden nauwelijks voldoende geld om eten en kleren te kopen, laat staan dat ze grote bedragen konden besteden aan de aanschaf van (schaak)boeken. Het werkje waarvan u hierbij het omslag wordt getoond, verscheen in 1934 en is van de hand van Lodewijk Prins, destijds al een van de sterkere spelers van ons land. Na de oorlog werd hij een keer Nederlands kampioen en in 1982 verwierf hij de titel grootmeester. Voor diverse kranten verzorgde hij de schaakrubriek. Het boekje omvat 59 pagina’s en werd op de markt gebracht door G.B. van Goor Zonen’s Uitgeversmaatschappij N.V. te ’s-Gravenhage, zo staat op de voorkant, terwijl op het titelblad ook Batavia nog wordt genoemd.

Het boekje is bedoeld om de weinig geoefenden lezer vertrouwd te maken met de schaakpartij, aldus de schrijver die vervolgens eerlijk toegeeft dat ‘enig systeem hiertoe niet is gevolgd evenmin als volledigheid is nagestreefd.’ Veelvuldig in de partij voorkomende wendingen, gerangschikt hoogstens volgens bevattelijkheid, vormen het materiaal. Zulks resulteert in tien hoofdstukjes met als thema’s onder meer: ongedekte stukken, tegenaanval, dubbelaanvallen der dame, vork, aftrekschaak, belemmering en ondekbaar mat.

Levert dat al met al een leuk en/of leerzaam boekje op? Wat sille we dêr fan sizze? Niet echt, maar dat oordeel komt natuurlijk van iemand die niet meer gerekend kan worden tot de doelgroep, of wel: de weinig geoefenden schaker.

Hier en daar laat Prins echter wel leuke dingetjes zien. Twee voorbeelden. De eerste betreft het aangenomen damegambiet.

1.d2-d4 d7-d5 2. c2-c4 d5xc4 3. e2-e3 b7-b5 4. a2-a4 c7-c6 4. a4xb5 c6xb5

 Prins 1

Het zou me - ondanks mijn vijftigjarige ervaring- met zwart zomaar kunnen overkomen. Vroeger waarschijnlijk ooit wel eens gezien maar volstrekt van de harde schijf verdwenen. Wit wint natuurlijk ogenblikkelijk met Dd1-f3. De zwarte toren op a8 gaat reddeloos verloren. 

Prins 2


En deze vond ik ook wel leuk, als de zwarte pion op g7 er niet zou zijn, dan is, met wit aan zet, de zwarte winst aanstaande. Immers er staan twee zwarte pionnen op promoveren en wit kan dat met geen mogelijkheid keren. Nu echter de pion op g7 er weldegelijk staat is het verhaal anders. Wit wint eenvoudig door Ta7. Als de a-pion promoveert wordt die geslagen door de toren en is het mat. Dus volgt h8 dame. Txa2 en nu kan zwart met zijn pas verworven dame het veld a1 niet dekken door Dh8. De pion op g7 staat in de weg!

Deze serie is opgezet, weet u het nog, omdat we - nu we niet actief achter het bord kunnen plaatsnemen- ons moeten zien te vermaken met websites, tijdschriften en boeken. Ik hoop dat dat met deze twee voorbeeldjes toch weer even is gelukt. Volgende keer nog een boekje van Prins, met een opvallende titel, zeker gezien het jaar van verschijnen. HJD